19-01-2009 — 

Lang voor de overdracht van de akte van het beste kleed (1286/1287) aan het Gemeentearchief Schiedam was dit stuk al landelijk bekend in de wereld van archivarissen en historici. Al in 1829 verzocht het stadsbestuur het Sint-Jacobsgasthuis opgave te doen van stukken vóór 1300. Het gasthuis meldde toen het bestaan van dit stuk, dat in die tijd overigens nog rechtskracht had. Het leverde geld op, een reden om het zorgvuldig te bewaren.

Het stuk werd in 1873 gepubliceerd in een oorkondeboek en nogmaals in 1901 en 1907. Het Algemeen Rijksarchief in Den Haag vroeg het in 1900 in bruikleen om het origineel te vergelijken met een transcriptie. Het zegel was toen nog puntgaaf, zoals ook de foto laat zien in de in 1910 verschenen publicatie Schiedam vóór 1600 van gemeentearchivaris K. Heeringa (zie de afbeelding).

In 1927 ging het charter per diplomatieke post via het Algemeen Rijksarchief naar het Staatsarchief te München, dat het in bruikleen had gevraagd. Wel had de toenmalige gemeentearchivaris de rijksarchivaris gewezen op het grote belang voor de geschiedenis van onze stad en hem op het hart gedrukt het met uiterste zorg te behandelen. Een half jaar later was de oorkonde weer terug in Schiedam.
 
Ook in 1930 ging het stuk de deur uit, ten behoeve van de voorbereiding van een publicatie over de zegels in ons land tot 1300. Deze studie verscheen in 1937 onder de titel Corpus sigillorum Neerlandicorum. Eén van de auteurs van dit werk was de vroegere Schiedamse archivaris Heeringa, toen rijksarchivaris in Utrecht. In een brief vroeg hij het charter tijdelijk in het Rijksarchief in Utrecht onder te brengen om het zegel daar te fotograferen. Hij schreef: "Wanneer de zegels in de watten gelegd zijn en met het charter stevig verpakt, behoeft tegen de verzending aangetekend per post geen bezwaar te bestaan."

Toch nam het bestuur van het Sint-Jacobsgasthuis dit advies niet over. De burgemeester, die tevens voorzitter van het gasthuisbestuur was, droeg de gemeentesecretaris Mr. Post op het stuk persoonlijk te overhandigen. De burgemeester noteerde op de brief: "Door Mr. Post op 5 juli '30 te Utrecht aan den conservator afgegeven tegen reçu."

Wanneer het stuk terug is gekomen is niet bekend, maar het kwam niet ongeschonden terug. Van het randschrift was een stuk verdwenen, nota bene dankzij de vroegere gemeentearchivaris Heeringa. Waarschijnlijk had hij het wel per post verstuurd, want hij vond dat daar geen bezwaar tegen bestond. Het randschrift luidde oorspronkelijk Sigillum Florentii de Hanonia Militis, hetgeen betekent: 'Zegel van ridder Floris van Henegouwen'. Nu is er alleen nog te lezen: Sigillum Florentii … … Militis.

In 1935 kreeg het Gemeentearchief Schiedam het charter van 1286/1287 in bewaring. Het stuk heeft daarna nooit meer de stad verlaten.

Meer weten? Lees op deze pagina de transcriptie van de akte.