14-09-2018 — 

Schrijver Martin Koomen (1939) is al heel zijn leven in de ban van het geschreven woord en van verhalen. Het feit dat hij naast literaire geschiedenissen de twaalfdelige thrillerreeks rond detective Robert Portland schreef, leverde hem de reputatie van 'literaire duizendpoot' op. De 'man van letters' geeft een veelzijdige invulling aan het thema van de Week van de geschiedenis: 'Verhalen van Nederland'. In een lezing op 11 oktober, Landelijke Archievendag, spreekt hij onder meer over zijn jeugdjaren, zijn visie op literatuur en draagt hij voor uit eigen werk.

Koomen kwam ter wereld in aan de Singel in Schiedam en bracht er zijn eerste elf levensjaren door - een periode die hij enigszins beperkt aanroert in zijn autobiografische tweeluik Drink, drink het uur (1998) en Een man van letters (1999). Hierin verhaalt hij respectievelijk over zijn welhaast religieuze toewijding aan de jazzmuziek in de jaren vijftig en over zijn carrière in de wereld van het gedrukte woord. Koomen begon als leerling-journalist bij de Zwolse Courant, later leverde hij als documentalist bijdragen voor Het Vrije Volk, De Groene en Vrij Nederland. Voor weekblad Vrij Nederland was hij 'dag en nacht bezig'. Toch vond hij de tijd een boek te schrijven over Britse schrijvers in Parijs, de Literaten van de linkeroever (1983), dat naast portretten van schrijvers literaire wandeltochten bevat. 

Niettemin was het zijn vroegste jeugd in Schiedam die Koomen in de kern vormde. Op de schoot van zijn grootvader, banketbakker te Delft, luisterde hij naar de belevenissen van een koe en een melkmeisje.Wellicht openbaarde zich hier al zijn 'natuurtalent in de kunst van het luisteren', zoals Koomen het omschreef in Een man van letters. Als zorgeloze kleuter maakte de auteur de oorlogsjaren in Schiedam mee. Maart 1943 geldt als een zwarte maand voor de stad: er vielen 51 doden bij bombardementen van de geallieerden. Naast de scheepsindustrie vormden scholen het doelwit, waar de Duitse manschappen veelal waren ondergebracht. Een van de bombardementen staat gegrift in het geheugen van Koomen: 

"Ik denk dat ik niet ouder dan drie of vier jaar was toen er Britse bommen vielen op het protestants-christelijke schooltje naast ons huis in Schiedam. In het schoolgebouw was een eenheid van de Wehrmacht gelegerd. Het bombardement gebeurde 's nachts. Het lawaai, de plotselinge schrik en ontsteltenis en drukte in huis, de scherven van onze vensterramen, de tekenen van paniek bij mijn ouders - die hele nachtmerrie vertaalde zich voor het kind dat ik was in een dodelijke angst voor de pluchen aap die naast me in bed lag en die van dit alles de schuld scheen te zijn."
(uit: Een man van letters). 

Wie meer wil weten over Koomens herinneringen aan Schiedam, vragen heeft over zijn wetenschappelijke standaardwerk over elfen en dwergen of de literaire visie wil vernemen van de geestelijk vader van detective Robert Portland, is van harte uitgenodigd voor de lezing op de Landelijke Archievendag, zaterdag 11 oktober, 14.00 uur, in het theater van Bibliotheek Waterweg, Stadserf. Toegang is gratis, reserveren is niet nodig.