06-02-2008 — 

In 1934 vertrok mr. Johan Jurriën van der Lip met zijn vrouw Wilhelmina Roëll en tweejarig zoontje Jurriën naar de gemeente Kethel en Spaland om daar burgemeester te worden. Hij zou de laatste zijn in die functie in 1941 wordt het dorp geannexeerd en het grondgebied verdeeld tussen Schie- en Rotterdam.

Het gezin kreeg later nog twee dochters. Van der Lips zoon Jurriën woont nu samen met zijn vrouw Jantje in Zandvoort, niet ver van Santpoort waar zijn ouders in 1941 op de laatste dag van Kethels zelfstandigheid naar toe verhuisden. In hun huis herinneren verschillende foto's en een enkele gravure nog aan de voormalige plattelandsgemeente. Vader Van der Lip is echter nooit terug gegaan.

Hoe verging het uw vader verder? 
"Hij dong nog mee naar een burgemeesterspost in Utrecht, maar dat mislukte. Naar eigen zeggen omdat hij 'niet rooms of rood was'. Daarna ging hij volledig uit de politiek. Hij vond werk in assurantiën, en werd later directiesecretaris bij Wessanen, een baan waar hij erg op z'n plek was. Daarom vond hij het ook zo jammer dat toen hij 65 werd met pensioen moest. Uiteindelijk is hij ook maar zeventig jaar geworden."

Door de affaire met de ambtsketen (die hij weigerde in te leveren) is misschien een hard beeld van uw vader ontstaan. Hoe was hij echt?
"Een modest man. Begaafd, goed in taal, maar niet alle vaardigheden kwamen even duidelijk naar voren. Ik weet dat hij gedichten aan Godfried Bomans gaf, en er alleen een fles wijn voor terugkreeg. Hij had natuurlijk beter duidelijk kunnen aangeven wat hij voor gage had verwacht. Misschien was hij te bescheiden. Hij kwam wel altijd echt voor 'zijn mensen' op. Daarom was hij ook een goede burgemeester denk ik. Met Kerstmis bijvoorbeeld, dan mocht ik met hem mee in de auto om voedselpakketten uit te delen aan grote families. Er waren grote gezinnen in Kethel en Spaland hoor, minstens drie met meer dan vijftien kinderen. Die sliepen in een soort rekken op zolder, dat maakte grote indruk op me, want wij woonden in een groot huis naast het raadhuis. Als ik vervelend was dreigde moeder me wel eens door zo'n gezin te laten opnemen!"

Was Kethel een leuk dorp om in op te groeien? 
"Zeker. Ik had veel maatjes en was gewoon een van de jongens, liep net als iedereen op klompen. Daar kon ik hard op lopen hoor! Je kon er ook iemand een goeie lel mee geven. Want knokken deden we ook hoor, bijvoorbeeld als er vals werd gespeeld bij het stuiteren."

Werd er tegen u, als zoon van de burgemeester, anders aangekeken?
"Ik heb niet de indruk nee. Ik heb er nooit last van gehad en we hadden altijd veel vriendjes over de vloer. Witte Willem bijvoorbeeld, de zoon van de fietsenmaker. We werden ook niet beschermd opgevoed. Het was een leuke tijd."

Was uw vader bitter over de annexatie?
"Daar heb ik niet veel van meegekregen. Wel dat er gedoe was over geld. Die burgemeesterspost in Kethel was ook geen vetpot hoor, al kregen we natuurlijk wel gratis inwoning in dat mooie huis naast het raadhuis. In de oorlog heeft mijn moeder nog erfstukken moeten verkopen om ons er door te helpen. Dat hij die burgemeesterspost in Utrecht misliep was iets dat hij wel heel jammer vond, maar hij heeft ons kinderen altijd leuke dingen verteld over Kethel."

Wat vindt u ervan dat er onlangs een fietspad rond Bijdorp naar uw vader is vernoemd?
"Ik heb het er natuurlijk met met mijn zussen erover gehad, en we zijn er allemaal enthousiast over. Binnen afzienbare tijd gaan we met z'n allen eens kijken hoe het erbij ligt!"

Ook uit de privé-collectie van de heer Van der Lip zullen verschillende stukken te zien zijn op de komende tentoonstelling ‘Het Kethelgevoel’.

Vanaf 20 februari 2008 zal de tentoonstelling ‘Het Kethelgevoel’ te zien zijn in de Stadswinkel aan het Stadserf. Het Gemeentearchief Schiedam is hier nog voor op zoek naar meer verhalen, foto’s en prenten. Ook uw reactie –lang of kort- is welkom!