30-09-2009 — 

Het Gemeentearchief Schiedam verricht een groot onderzoek naar Schiedamse kinderen die in of vlak na de Tweede Wereldoorlog zijn uitgezonden naar andere plaatsen in binnen- en buitenland. Het programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport maakt het onderzoek mede mogelijk.Themadag

Ter gelegenheid van de Landelijke Archievendag op zaterdag 17 oktober organiseert het Gemeentearchief Schiedam een themadag rondom het onderzoek naar uitgezonden Schiedamse kinderen. De dag speelt zich af in Bibliotheek Waterweg, Stadserf 1. Er is een divers programma, met lezingen, muziek en een tentoonstelling. Het is ook een mooie gelegenheid om oude bekenden terug te zien.

Reacties op het onderzoek

Vele ‘kinderen van toen’ hebben gereageerd op oproepen om deel te nemen aan het onderzoek. Van alle respondenten leggen we gegevens vast over hun uitzending: met name waarheen en wanneer. Dankzij deze informatie ontstaat een goed beeld van de plaatsen waarheen Schiedamse kinderen werden gestuurd. Kinderuitzendingen werden zowel tijdens als vlak na de Tweede Wereldoorlog georganiseerd. Tijdens de oorlog vonden uitzendingen vrijwel uitsluitend binnen Nederland plaats: enkele plaatsen zijn Suawoude (Friesland), Varsseveld (Gelderland) en Tinte (vlakbij, bij Brielle). Na mei 1945 waren er ook Schiedammertjes die naar het buitenland gingen, bijvoorbeeld Denemarken.

Interviews

Met zo’n twintig kinderen, inmiddels zelf wellicht al grootouder, houdt het Gemeentearchief Schiedam interviews die op video worden vastgelegd. De interviews worden bewaard in het archief zodat toekomstige generaties er ook kennis van kunnen nemen. Ook het vele materiaal dat in het kader van dit onderzoek werd aangeboden, heeft een goede plek in het archief gevonden. Foto’s zijn te raadplegen in de beeldbank.

Een geïnterviewde vertelt...

Eén van de geïnterviewden is dhr. Joost Soeters. Als achtjarig jongetje vertrekt hij naar een jeugdherberg in Emst, gemeente Epe. Het was er vooral koud, herinnert hij zich. Hij verblijft er zes weken. Gewichtstoename was het doel want hij zegt zelf : ‘…blijkbaar moet ik aankomen. Dat was niet gek, want ik stond te boek als iemand die zo mager was als een lat en die overal tussendoor kon kruipen’. De tweede uitzending gaat naar Ezinge in de provincie Groningen. ‘Ik herinner me dat ik op het station kwam met mijn –koffertjes hadden we niet- kartonnen doos met een mooi wit touwtje er omheen, daar zaten je kleren in…’. Op initiatief van zijn ouders, die een advertentie plaatsen in de Leeuwarder Courant met het verzoek om hun kinderen een paar weken vakantie te geven, komt J. Soeters terecht in Kollum te Friesland.

Terug in Schiedam breekt de tijd aan dat overal en nergens voedsel vandaan gehaald moet worden. In de winter, achter op de fiets met de benen in de fietstassen gevuld met stro, gaat J. Soeters samen met moeder en broer op zoek naar voedsel. Na een paar dagen komen ze aan in het Drentse Beilen. Spontaan regelt de dominee onderdak voor de twee jongens. Meneer Soeters blijft bij de dominee van de Nederlandse Protestanten Bond en zijn broer gaat naar het huis van de directeur van de Boerenleenbank. Achteraf vindt meneer Soeters het een nuttige ervaring: ‘…een half jaar lang bij iemand die heel hoog geschoold was, je steekt er zoveel van op’. Na de oorlog vertrekt meneer Soeters samen met zijn zusje voor de laatste uitzending naar Engeland.